OCR
AANMERKINGEN. 87 die zoo wrijfbaar is, dat hij ligtlijk tot zand valt, Door den aftrek van dit zand, zoo als ik denk tot huislijk gebruik, is eene groote vitholling gemaakt. Deze fteen is zeer wreed. op her gevoel tusfchen de vingers; onder de blaaspijp begint hij eerst te barsten, en zwelt dan op tot eene driedubbele groatte, hij is lichtgeevend, en brengt eene witte ligte /corta voord, die in het water, drijft, en in een fterker vuur tot een wit glas overgsat. Deze is. niets ans ders dan eene foort van zufa, geheel gevormd uit de ontaaringen van -puimfteen,. of liever van iets, dat aan denzelven zeer gelijk is; ook bevat deze eenige kleine brokken grijs vuurbergachüg glas. Op eenige plaatzen is de fteen veel grover, waar hij doormengd is met eene onvolkomen foort van puimfteen in kleine brokken, en het grijze vuurbergachtige glas. Deze wordt gedekt door eene- andere foort, famengefteld uit brokken puimfteen, ter grootte van eene erwt, doormengd met eenige brokken van hetzelfde grijze vuurbergachtige glas, los famengekleefd door eene aardachtige okerverwige ftof. Tolfchva is, even äls Maad , eene onaange: naame flechtgebouwde ;ftad , en dubbel onF 4 aan 211