wordt door.bosfchen, en de rivier Bodrop;
die kronkelend door deze. landftreek loopt,
is aan de andere, Binnen vier of vijf uuren
bereikte ik Maad, waar ik mijnen intrek nam
bij den opzichter yan den baron Orcy, en in
den namiddag ging ik, met -eenen nieuwen
bekenden, die’ mijn Cicerotie zou zijn, naar
Tallia ; hij was geen natuurkenner ‘noch wijs¬
geer , en raakte zoo beestachtig‘dronken, dat
ik: verpligt was mij van hem tevontilaan. Te
Tallia vond ik eene andere fteengroeve van
de witte verharde klei, en im het terugkeeren
bemerkte ik eene groote menigte: van -witach¬
lige petrofijex, die verfteeningen of indrukfelen
uit het plantenrik bevatte;:vérfpreid op eene
gemeëné weiïde,: "In «de ftraaten: van : Maad
diggen groote hoopen van eené:<breccia. of pe¬
érofilex ;: fommige van welke zeer aartig was,
en van eene groenachtige kleur ; waarfchijn¬
k wordt die hier tot bouwen gebruikt, : De
kelder van den "baron is uitgegraaven in de
«Witte hardgeworden klei,
-.. Wandaar -begaf ik ‘mij naar Tolfchva, dat
iflechts een: postrit van deze: plaats ligt. Langs
de zijde-vin'dén weg, digt bij Liska, is eene
hoogte Yan fin, wit zand,oof yan eenen fteen,
“7 die