kunnen, verhaalen, hoeveel ik uitgeftaan heb
op mijne reis van tien dagen van Nagy¬
Baaya tot aan deze plaats; meestal werd ik
in en uit het rijtuig gedraagen; elke fteen,
„ op welken ik ftiet, elke fchudding van het
” rijtuig, verdubbelde de pijnen, die ik door
» geheel mijn lighaam voel. De drooge
9» hoest, die mij niet verlaat, belet mij nog
» den flaap. In dezen pijnlijken toeftand des
» lighaams, was het voor mij onmogelijk, om
sx de heuvelen, welke ik doorreisde, te on¬
» derzoeken.” Waarlijk, in zijn laatfte werk,
ziine Catalogue Methodique, geeft hij een zeer
verfchillend bericht van deze heuvelen, en
over hetzelfde onderwerp,, de Obfida. Want
op het artijkel, ,. Verre volcanique en graims
noirs”? (a enz. zegt hij: „ Les colänes de To¬
a Ray font formées Pan zuf volcanique , qui;
» Gans quelques endroits, est entrecoupé, de ban¬
sy des barges dune ou de deux toifes de lave
a compacie renfermant de [es grains Ptireux,
a mars opaques” (2). —~ Wijl de heer Borz,
fed