de opaa7 van Telkobanya, Op den weg naar
Cafchau zijn groote blokken van perrofi/ex, of
van iets tusfchen perrofilex en calcedonia, wel¬
ke eenen grooten overvloed van verfteeningen
uit het plantenrijk behelzen. Ik floeg uit een
van deze blokken een ftuk verfteend hout van
omtrend eenen halven voet lang, en één duim
middenlijns; deszelfs vezelachtig famenftel was
zeer duidelijk.
Ik bleef flechts, eenen dag te Telkobanya,
en des ayonds na mijne aankomst verliet ik
die plaats, om naar Cafchau te gaan, hetwelk
op den afftand van twee postfpannen is, doch
wijl geene paarden te krijgen waren, was ik
genoodzaakt om osfen te gebruiken. Ik denk,
dat er geene grooter kwelling is, welke een
arme fterveling in dit traanendal ontmoet, dan
deze: dat men verpligt is langzaam te reizen,
als. men begeert met fpoed voordtekomen ;
en behalven het langzaame in het. voordgaan
dezer dieren, toonden zij door hunne bewee¬
singen, dat zij bedoelingen hadden, geheel
tegenftrijdig met de mijne, daar zij begeerden
fül te houden, als ik wilde voordgaan , en
naar de rechtezijde te keeren, als ik noodig
had linksom te gaan; zij dreeven hunne kop¬
pigheid zoo verre, dat zij den wagen in ge¬
G 4 vaar,