OCR
102 MINERAALKUNDIGE zij zwellen alle zeer op onder de blaaspijp, en maaken eene witte /corsa. Behalven deze rotfen, vond ik eenige losfe blokken van den aschverwigen glasachtigen pikfteen, die tot pumex overgaat. Op fommige plaatzen, vooral -wanmneer die -in eene zekere richting gebrooken wordt, heeft deze niets van een ve. zelachtig weeffel; maar dit is, in andere deeJen , zeer duidelijk; hij is doorfpreid met langwerpige vierkanten. van adwaria, en, als die naauwkeurig onderzocht wordt, kan men eenige weinige deeltjens van zwarte mica zien, Eene andere foort geleek veel meer . naar purmfieen; het gekromd vezelachtig weeffel in deze is hier en daar zeer kennelijk; deze. is ook -doorzaaid met eenige weinige deeltjens van adularıa en. zwarte mica, met korrels van doorfchijnende guartz. In eene van mijne uitftappen tot het . ZOE» ken van de geele opaa/ van Telkobanya, trof ik, eene ader van groenen marmerfteen aan , die den pikfteen zeer nabiji kwam; in het midden van een brok van denzelven, was een klein ftuk van de melk-opaa/, hetwelk eenigen graad van »uur had. Deze gefteldheid komt overeen met het bericht van den heer Fichre/, betreffende de gefteldheid van de 226