zij zwellen alle zeer op onder de blaaspijp,
en maaken eene witte /corsa. Behalven deze
rotfen, vond ik eenige losfe blokken van den
aschverwigen glasachtigen pikfteen, die tot
pumex overgaat. Op fommige plaatzen, voor¬
al -wanmneer die -in eene zekere richting ge¬
brooken wordt, heeft deze niets van een ve.
zelachtig weeffel; maar dit is, in andere dee¬
Jen , zeer duidelijk; hij is doorfpreid met
langwerpige vierkanten. van adwaria, en, als
die naauwkeurig onderzocht wordt, kan men
eenige weinige deeltjens van zwarte mica zien,
Eene andere foort geleek veel meer . naar
purmfieen; het gekromd vezelachtig weeffel in
deze is hier en daar zeer kennelijk; deze. is
ook -doorzaaid met eenige weinige deeltjens
van adularıa en. zwarte mica, met korrels van
doorfchijnende guartz.
In eene van mijne uitftappen tot het . ZOE»
ken van de geele opaa/ van Telkobanya,
trof ik, eene ader van groenen marmerfteen
aan , die den pikfteen zeer nabiji kwam; in
het midden van een brok van denzelven, was
een klein ftuk van de melk-opaa/, hetwelk
eenigen graad van »uur had. Deze gefteld¬
heid komt overeen met het bericht van den