OCR
34 MINERAALKUNDIGE „'opperylakte , zonder.groote witzetting, en „ deze. verfchroeide oppervlakte valt dan zeer 99 ligt in fchilfers af. Zoodanig zijn de uiter» lijke hoedanigheden van deze merkwaardige » iteenen, en van:de nog merkwaardiger » bergrots, in welke.zij beflooten: liggen. In » hoeverre de volgende fcheikundige ontbin»» ding van den heer Lowiz, welke ik met 99 Zijne eigen woorden opgeef, licht kan vere » fpreiden, over derzelver merkwaardige eiss genfchappen, laat ik.aan anderen ter beflisa. fing over, tot dat ik eenen grooter voora Taad. van dezelve (welke ik verwacht) zal yy ontvangen, en het dan in. mijn vermogen x» hebben, om de buitenlandfche geleercen » Met dezelve te voorzien.” s; Scheikundige ontbinding van eene delfftof, 3 Welke gelijk is aan guarzzkeien, met de berg5 rots, in welke 7ij gevonden worden, — Deze » rondachtige fteenen, welke als vuurbergach„ tige voordbrengfels worden opgegeeven, zijn s meéstal ter grootte van eene hazelnoot, en » hebben een rookverwig doorfchijnend voor» komen; doch daar zijn eenige, welke on> doorfchijnend en.-van eene leverkleur zijn, , gefprenkeld met zwartachtige en roodachtige ‘y Ylekken 5» zij zijn verbaazend hard, krasfen 9 Op 198