„'opperylakte , zonder.groote witzetting, en
„ deze. verfchroeide oppervlakte valt dan zeer
99 ligt in fchilfers af. Zoodanig zijn de uiter¬
» lijke hoedanigheden van deze merkwaardige
» iteenen, en van:de nog merkwaardiger
» bergrots, in welke.zij beflooten: liggen. In
» hoeverre de volgende fcheikundige ontbin¬
»» ding van den heer Lowiz, welke ik met
99 Zijne eigen woorden opgeef, licht kan vere
» fpreiden, over derzelver merkwaardige ei¬
ss genfchappen, laat ik.aan anderen ter beflis¬
a. fing over, tot dat ik eenen grooter voor¬
a Taad. van dezelve (welke ik verwacht) zal
yy ontvangen, en het dan in. mijn vermogen
x» hebben, om de buitenlandfche geleercen
» Met dezelve te voorzien.”
s; Scheikundige ontbinding van eene delfftof,
3 Welke gelijk is aan guarzzkeien, met de berg¬
5 rots, in welke 7ij gevonden worden, — Deze
» rondachtige fteenen, welke als vuurbergach¬
„ tige voordbrengfels worden opgegeeven, zijn
s meéstal ter grootte van eene hazelnoot, en
» hebben een rookverwig doorfchijnend voor¬
» komen; doch daar zijn eenige, welke on¬
> doorfchijnend en.-van eene leverkleur zijn,
, gefprenkeld met zwartachtige en roodachtige
‘y Ylekken 5» zij zijn verbaazend hard, krasfen