OCR
rt 99 299 95 55 9 33 95 95 9 "39 2? 39 “ys 29 95 99 99 39 9 2? 99 2 "99 52 y AANMERKINGEN 6 werden. Nochtans vind ik’ die “niet aafigea teekend door .Ste//er, in zijne mineralogsfche anmerkungen, offchoon hij daar ter plaatze was, en een bericht van andere aanmerkelijke dingen gegeeven heeft. De fraaie bladgewijze bergrois, welke fomtijds :geheele balletjens vormt, die geen ander fteenachtig pit hebben, maar tot aan het middenpunt toe famengefteld zijn uit holle blaadjens, het eene over het andere liggende, en fomtijds deze keitjens omringen, welke wij zoo ftraks befchrijven zullen, heeft de zeer aanmerkelijke en treffende eigenfchap , dat zij, zonder eenig bijvoegfel, onder de blaaspijp opzwelt, met een gedruis, zoo fchielijk als aluin of borax, en veranderd wordt in eene fraaie witte fchuimachtige ligte en wrijfbaare zelfitandigheid. Als men fterker blaast, neemt zij in grootte toe, tot dat zij geheel fponsachtig is, en als dan kan aij door geenerleie middelen tot eene glazen kraal gebragt worden, het z:j met of zonder vloeiftoffen; eenige ftukken barsten en fpringen weg, eer zij gloeiendheet zijn, andere doen dit niet. Deze bijzondere uitwerking van het vuur, en tevens eene volkomen E 3 9 ON \ 193