fine fchuimblaasjens, doormengd met witte ,
zwarte, en okerkleurige korrels, die om
volkomen tot glas geworden waren, bijna ter
grootte van gierstkorrels, door welke het glas
een bont en gefpikkeld voorkomen had. Door
middel van vochtigheid ontbonden zijnde, le¬
verde het uit
flijkachtige aarde 714
~ Gewoogen terwijl het prie — . 18%
” glociendhéet was em — , 13
ijzerkalk I
923
| De vlugge deelen, in het vuur wegge¬
raakt Sun et ST $ jose 43
: De ‘eigenlijke” zwaarte var "die ftuk was
3,332, €en “ander, hetwelk met rood
doormengd was, had 2,942; nog een ander,
met meer rood in hetzelve, 2,381.
In de Nordifche Besträge van den heer Paj¬
las vindt men een bericht van eene. delfitof,
die onlangs gevonden a. digt bij dien af¬