OCR
TOKAY. a zongen heeft, fchoon de gens eclarrès voor- geeven, dat zij dit niet gelooven. De heer Gro/ singer, die binnen deze laatfte twee jaaren een uitgebreid-werk, in het Latijn, over de natuurlijke gefchiedenis van Hongarijen ge{chreeven heeft, geeft deze verklaaring van de kleur der fchaapstanden : ,, Sz vero fulgor perennis est, auro tribut potest, quod in vegetabilibus Mentanae Hungartae delitefcit!”? (b) En de heer Windisch, een van hunne beste aardrijksbefchrijvers, zegt in een werk, dat ge{chreeven is omftreeks het jaar 1780, neen, ik zal het voluit fehrijven, omftreeks zevenzienhonderdtachtig, opdat de leezer niet zoude denken, dat de drukker bij vergisfing eene zeven voor eene ser gezet had, dat rogge, door de uitmuntendheid van den Hongaarfchen srond, in tarw verandert. — Doch gelukkig is het volk, dat zoo grootsch is op zijn vaderland, en hetwelk gelooft: dat zijn grondgebied een aardsch paradijs, en zijne regeering (4) Maar indien de glans beflendig is, kan zulks aan het goud toegefchreeven worden , het welk in de Plantgewasfen van het bergachtig Hengarijen verborgen ligt. — D; 177