OCR
AANMERKINGEN, 103 de opaa7 van Telkobanya, Op den weg naar Cafchau zijn groote blokken van perrofi/ex, of van iets tusfchen perrofilex en calcedonia, welke eenen grooten overvloed van verfteeningen uit het plantenrijk behelzen. Ik floeg uit een van deze blokken een ftuk verfteend hout van omtrend eenen halven voet lang, en één duim middenlijns; deszelfs vezelachtig famenftel was zeer duidelijk. Ik bleef flechts, eenen dag te Telkobanya, en des ayonds na mijne aankomst verliet ik die plaats, om naar Cafchau te gaan, hetwelk op den afftand van twee postfpannen is, doch wijl geene paarden te krijgen waren, was ik genoodzaakt om osfen te gebruiken. Ik denk, dat er geene grooter kwelling is, welke een arme fterveling in dit traanendal ontmoet, dan deze: dat men verpligt is langzaam te reizen, als. men begeert met fpoed voordtekomen ; en behalven het langzaame in het. voordgaan dezer dieren, toonden zij door hunne beweesingen, dat zij bedoelingen hadden, geheel tegenftrijdig met de mijne, daar zij begeerden fül te houden, als ik wilde voordgaan , en naar de rechtezijde te keeren, als ik noodig had linksom te gaan; zij dreeven hunne koppigheid zoo verre, dat zij den wagen in geG 4 vaar, 227