OCR
AANMERKINGEN 55 neesheer , die door hetzelve aangefteld en betaald wordt, en heelmeesters onder zich heeft, In ; ‘ de kleiner fteden is de bezolding van den geneesheer veertig ponden fterlings in het jaar, en die van den heelmeester twintig ponden , behalven andere voordeelen, en hunne kunstoefening. ‘Te Uihelly begint de Slavo= nifche taal algemeen te worden. Op den vijfden Julij vertrok ik naar Telkobanya; de wijngaarden verdweenen weldra uit het oog, en de zijden der heuvelen waren nu met hakhout, in plaats van wijnftokken, bedekt. De dalen tusfchen de heuvelen waren gedeeltelijk zaailand, gedeeltelijk weiden. De weg tot aan Balhafy is verfchrikkelijk flecht. Hier verwisfelde ik van paar den, en at eenige eieren, het eenige wat het dorp opleverde. De boeren waren in de {tulp “des richters bij elkanderen gekomen; tot vereffening van eenige gefchillen, betref+ fende de uitgeftrektheid van’ een veld of eene landhoeve. Dikwijls heb ik het achtenswaardig gedrag van het Hongaarsch landvolk be= wonderd; ik heb bij hen nooit iets van die boosaartigheid opgemerkt, met welke zij in Dostenriik befchuldigd worden, noch die laage en 219