OCR
w 1: ? » nen van denzelven werden in eenen fmeltkroes gedaan, met driemaal hetzelfde gewigt van ontbonden a/ka/: minerals, en drie uuren lang, echter zonder deze ftof te laaten fmelten, zoo heet aangeftookt als mogelijk was; toen werd de koudgeworden witte ftof oovergooten met aqua regis (of koningswater) en eenige weinige uuren lang in een zandbad gekookt; daarna doorgezijgd, en de onopgeloste kleiachtige aarde zorgvuldigliik met overgehaald water gewasfchen ; vervolgends, gedroogd, en eindelijk in eenen fmeltkroes zeer fterk heetgemaakt. Dit woog nu zevenendertig greinen, Ten vierden, werd een weinig droog gephlogisteerd zout van alkalt bij de doorgezijgde oplosfing gedaan, en toen werd Berlijnsch blaauw nedergeftooten ; agt greinen. werden tot deszelfs volkomen nederftooting gevoorderd. Dit alles werd in een sezorz gekookt, tot dat het op weinige oncen verminderd was, toen doorgezijgd , het Berlijnsch blaauw wel gewasfchen, gedroogd, en eindelijk, met het papier, verbrand en tot kalk gemaakt in den fmeltkroes, hetwelk, na aftrek voor de asch » van 200