OCR
3 25 39 5 4 4 99 95 99 53 > 35 3) 95 99 39 95 99 99 99 39 93 9? 99 3? 93 geweeven zijn; zij kufinen tusfchen de vin: gers fijngewreeven worden, offchoon zij, ken: deze is niet met holligheden, gelijk ‘de puimfteen, en heeft nog minder het voorkomen van “ava; veelmeer heeft zij de-gedaante van bladachtige ze, en als zij gebrooken is, Ziet zij uitvals geftampt -glas. In dezen klomp liggen groote menigten var gladde , harde ‚alzins famengepakte,, veelhoekige, rondachtige, of langachtige keifteentjes, welke hier gladde keitjens van gerookte guarıde glazuor-verbeelden, overdekt en op vere fcheide wijzen doorgeweeven met, en omgeeven door’ deze bladen :of:laagen. Zij zijn ter grootte van eene ‘walnoot of: hazelnoot, fchoon zij: dikwijls: veel *kleiner «zijn, fomtijds zelfs niet grooter: dan gierst of maan« » Reeds " voorlang werden : Sore keifteentjes, "of "hoedanig "men ; die gelieve te noemen, in verzamelingen van ‘natuurlijke zeld. zaamheden gevonden,’ en toen ik in Siberién 2» 2 192