OCR
AANMERKINGEN :őz fet van den heer Fichten Deze is zékerlijk eene zeer fraaie delfftof, en maakt, zoo als buiten twijfel is, rotfen uit; doch of zij vüurbergachtig is, en, zoo ja, of zij zeoer is dan niet, dit zal elk op de eerfte vraag uitwijzen, naafmaate hij ten voordeele van het leerftelfel der ‚Piutonisten of dat det Neptunisten vooringenoomen is, en laatstlijk, naar de befchrijving, welke hij van de zeo#er geeven zal, Aan de linkezijde van den weg maakte zij eene fchuinfche hoogte, welke op fommige plaatzen zeer goed voor het oog lag. Zij is aschverwig , hier en daar met rood afgewisfeld, zeer broos, en het famenftel derzelve als eene opeenftapeling van kleine vliesachtige misvormde kraalen , welke eenen bijna fmectigen glans hebben. Zij zwelt grootlijks op onder de blaaspijp, zelfs tot het driedubbel van haare grootte, en maakt eene witte /Cu« via, maar is flechts weinig lichtgeevend, en wordt, in faipeterzuur opgelost zijnde, geene gelei, welke twee voornaame kenmerken’ van de zeoset zijn. In fommige deelen bevatten de kleine‘ bollen , welke uit verfcheide om» kleedfelen famengefteld zijn, een pitjen van obfidia ; de dunne velletjéns kunnen zeer ‘ligt losgemaakt worden.--Van deze pitjens zamelde | ik 187