OCR
6 MINERAALKUNDIGE DERTIENDE HOOFDDEEL BERICHT VAN DELFSTOFFEN —°EN MINE RAALKUNDIGE AANMERKINGEN Tokay had ik de vlakte verlaaten, en het heuvelachtig land betreeden ; dit loopt voord tot in de groote Karpatifche alpen, en imaakt eené uitgeftrektheid van twee of drie dagreizen wit, waar ik zeer begeerig was te zijn, geduurende het fchoone jaargetijde, op dat ik daar kruiden zou mogen opzamelen. Echter oordeclde ik, daar mij bericht werd, dat eenige zeer aanmerkelijke delfitoffen in deze heuvelen gevonden waren; het wel der moeite waatdig, dat ik een weinig van mijnen weg afging, om naat dezelve te zoeken. Op den negenentwintigften Junij verliet ik Tokay. Op het oogenblik, dat ik buiten de ítad kwam, bemerkte ik groote fotfen van bafalt, welke over den weg hingen, en eene of twee mijlen verder, de »uurbergachtige zeoET "Té a € lei 186